Anima Obscura

Anne Verbeeck

Scapino Ballet Rotterdam

Recensie Bezoek op 1 juni 2025, Nieuwe Luxor Theater Rotterdam

 

„Sie gehen daher wie ein Schemen …“

De regel uit het derde deel van Brahms’ Ein Deutsches Requiem klinkt nog na in mij, lang na de laatste klank, de laatste beweging. Op de avond van 1 juni, in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam, was ik getuige van een zeldzame gebeurtenis: Anima Obscura is geen ballet in de traditionele zin, maar een existentiële ruimte-tijd-ervaring. Een choreografisch Opus Magnum over vergankelijkheid, projectie, transformatie – over wat we zien en wat in ons verborgen blijft. Scapino Ballet en Nanine Linning zijn erin geslaagd een werk te creëren dat de schaduwzijden van de ziel niet schuwt, maar ze dansend, muzikaal en visueel in transcenderende schoonheid transformeert. Het is alsof de schaduw zichzelf heeft overtroffen.


Een alchemie van kunsten

Dans, zang, videoprojectie, licht, klank – in Anima Obscura versmelten de uitdrukkingsvormen tot een integrale vertelling. De choreografie wordt niet enkel begeleid door Brahms’ Ein Deutsches Requiem (indrukwekkend live uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest), maar wordt doordrongen van Kyriakides’ elektronische recompositie Ein Schemen. Er ontstaat een nieuwe werkelijkheid: een gelaagd bewustzijnslandschap dat tussen tijden zweeft.


Nanine Linning hanteert bewust de zeven alchemistische fasen van het Opus Magnum als structuurprincipe – een proces van transformatie. Maar deze alchemie blijft niet symbolisch. Ze wordt zichtbaar, voelbaar, lichamelijk. De dansers cirkelen, wankelen, verstillen – niet uit angst, maar in een stille huivering. Niets wordt overdreven, niets wordt beweerd. Alles wordt bevraagd.


Over psyche, projectie en aanwezigheid

In de begrippenwereld van Carl Gustav Jung is de Anima het innerlijke vrouwelijke zielsbeeld van de man, een archetypisch principe. In Anima Obscura krijgt dit principe een collectieve dimensie – het podium wordt tot het onbewuste, tot droomlichaam waarin herinneringen, projecties, angsten en verlangens om elkaar heen draaien. Het ‘schimachtige’ van de ziel wordt niet uitgelegd, maar gedanst. En misschien is dat wel de diepste indruk van de avond: dat het mens-zijn hier niet wordt verklaard, maar geleefd – in zijn tegenstrijdigheid, zijn breekbaarheid en zijn schoonheid.


 „Selig sind, die da Leid tragen …“

De muziek van Brahms was nooit liturgisch in kerkelijke zin. Het is een requiem voor de levenden. Voor degenen die achterblijven, die dragen wat was en nooit meer zal zijn. Voor ons. In combinatie met Kyriakides’ elektro-akoestische echo wordt de muziek een spiegel van het innerlijk – soms stralend, soms vluchtig, soms verstild schrijnend. Zo ook de dans: lichamelijk, intuïtief, intellectueel tegelijk. De dualiteit tussen het aardse en het transcendente, tussen lichaam en geest, beeld en wezen, wordt niet opgelost – ze wordt doorleefd.


Ik verliet het theater met een trillende stilte vanbinnen. Anima Obscura heeft me niet alleen geraakt – het heeft me veranderd. De voorstelling liet me zien dat kunst niet alleen uitdrukking is, maar ook transformatie. Dat een requiem niet alleen rouw betekent, maar ook troost, beweging, verbondenheid. Dat we sterfelijk zijn – maar niet zonder betekenis.


Credits:
Concept, regie en choreografie: Nanine Linning
Muziek: Johannes Brahms (Ein Deutsches Requiem) & Yannis Kyriakides (Ein Schemen)
Live uitvoering: Rotterdams Philharmonisch Orkest, Laurens Symfonisch, Aphrodite Patoulidou (sopraan), James Atkinson (bariton), Remy van Kesteren (harp)
Dirigent: Giuseppe Mengoli
Videoprojectie: Claudia Rohrmoser
Kostuumontwerp: Irina Shaposhnikova


door Anne Verbeeck 31 mei 2025
Tussen Heel en Leeg
door Anne Verbeeck 24 mei 2025
Over de onzichtbare krachten die ons dragen en verbinden